Triana, traditie en folklore
Triana is meer dan zomaar een wijk van Sevilla. Haar straten en pleintjes, winkeltjes, barretjes, restaurantjes en kerken, het levendige en de vele legendes maken dat Triana na de wijk Santa Cruz de meest sfeervolle wijk van Sevilla is.
Triana heeft een geheel eigen identiteit, waarschijnlijk omdat het aan de andere kant van de rivier ligt. Vanaf de Paseo de Cristóbal Colón kijk je uit op Triana met haar pittoreske gevelpanden uit de 18e eeuw, net zo indrukwekkend als de grachtenpanden van Amsterdam.
Keramiek
De inwoners van Triana worden Trianeros genoemd en de naam Triana komt niet van de Romeinse stichter Traianus zoals velen denken. Als we José María de Mena mogen geloven komt Triana van het Keltisch-Iberische woord ana, dat rivier betekent en het Romijnse woord tri. Tri staat voor drie, precies daar waar drie riviermondingen liepen.
Triana is hét thuis van Sevilla´s beroemde tegel- en aardewerk. Bijna alle tegels die je tegenkomt in Sevilla´s kerken, hotels, barretjes en huizen zijn vervaardigd in Triana. Deze industrie dateert uit de Romeinse tijd toen men klei gebruikte uit 'La Cartuja' dat ten noorden van Triana ligt. Onlangs is het keurmerk 'Hecho en Triana' op de markt gebracht om het ambachtswerk te beschermen en te promoten.
Flamenco
In het verleden en tegenwoordig nog kwamen en komen er ontelbaar vele artiesten, stierenvechters en flamencodansers uit Triana. Tot 1950 was Triana het oude ziguener (gitano) kwartier en werd het gezien als het spirituele hart van de flamenco. Maak dus van de gelegenheid gebruik als je hier bent om een van de authentieke flamenco-optredens te beleven (zie bijvoorbeeld Tablao Puerta de Triana in Calle Castilla, 137).
Ook bekend in Triana zijn de (oude) huizen met een binnenplaats (patio) en een omheining (corral) waar men gezamenlijk kookte en de was deed. Zo ontstonden vaak gezellige middagen met dans en zang die bekend kwamen te staan als 'corrales de vecinos' (vrij vertaald burengroep). In Calle Castilla kom je een paar corrales tegen maar huisnummer 16 is het beste exemplaar.
Calle Betis
Een aanrader is een wandeling langs Calle Betis, ook wel 'het balkon van Sevilla' genoemd, omdat het parallel aan de Guadalquivir rivier ligt. Hier vandaan heeft men een prachtig uitzicht op Sevilla´s Torre del Oro (Gouden Toren), de stierenarena, de Giralda, het San Telmo Paleis, de Iglesia de la Caridad, en het Maestranza theater. Er zijn hier ook vele eetgelegenheden en bars waar je buiten kunt zitten om te genieten van het panorama.
Tapas eten, terwijl je geniet van het uitzicht kun je goed doen bij 'Kiosko de las Flores' (Calle Betis s/n). Vooral de bekende Spaanse gefrituurde vis zoals calamares of gambas staan hier als uitstekend bekend. Ook ´s nachts heeft deze straat veel te bieden, je kunt er tot in de ochtenduren (vooral ´s zomers) rumba, salsa of sevillana´s dansen (aanrader Lo Nuestro, Calle Betis, 31 of discotheek Boss nummer 67).
Maria
In het religieuze Sevilla bestaan er vele Mariabeelden, maar één van de meest geliefde (samen met de María uit de wijk La Macarena) is de 'Esperanza de Triana'. Sommige Trianeros komen haar elke dag aanbidden. Je kan haar bewonderen in 'Capilla de los Marineros' in Calle Pureza, 53. Nóg mooier is het om haar te aanschouwen in de Semana Santa (in de nacht van Goede Vrijdag) als ze door de straat wordt gedragen met vele bloemen. Haar broederschap stamt uit 1418 en is daarmee één van de oudste en één van de rijkste van Sevilla.
Ook is Triana het vertrekpunt van de bedevaart naar El Rocío. Eind mei of begin juni verzamelen zich hier caravans, ossekarren, paarden en vele mensen gekleed in vrolijke flamencojurken om te voet of te paard naar het jaarlijkse heiligenfeest te gaan.
Brug
De beste manier om Triana binnen te gaan is via de bekende brug Puente Isabel II, beter bekend als Puente de Triana. Deze brug werd gebouwd van 1845 tot 1852, ter vervanging van de 'botenbrug' die hier eerst lag. De brug staat sinds 1976 op de lijst van historische monumenten. Leuk om te weten: van 1171 tot 1852 was de botenbrug de enige manier om de rivier over te steken.
Aan de rechterkant staat de lokale markt waar men naast delicatessen uit de regio ook heerlijke Spaanse ham (jamón ibérico) kan kopen. De markt is gebouwd aan de kant van Castillo San Jorge, dat van 1481 tot 1626 onder de katholieke koningen (Reyes Católicos) de residentie was van de inquisitie en waar niet-katholieken werden veroordeeld tot de brandstapel. Tot de inquisitie begon leefden moslims, Joden en christenen hier in relatieve vrede en harmonie met elkaar. Overigens, de eerste stenen werden gelegd door de Moren in 1171.
Plein
Na de brug komt men op het plein Plaza del Altozano met haar 'kijkbalkonnetjes'. Dit plein was historisch belangrijk voor velen die op doortocht waren naar het centrum van Sevilla. In de negentiende eeuw was het dé ontmoetingsplek voor de flamenco-artiesten. Op het plein staat het beeld van stierenvechter Juan Belmonte, Triana´s trots. Opvallend is ook het gebouw van 'Farmacia Murillo' gebouwd in 1914. Vanuit dit plein heb je toegang tot de belangrijkste straten van Triana: Calle Castilla, Calle Betis, Calle Pureza en Calle Jacinto.
Een aantal aanraders in en rondom deze straten:
· In Calle San Jorge staat de keramiekfabriek Santa Ana uit 1870. Hier komt in de toekomst het museum van pottenbakkerskunst van Sevilla.
· De oudste kerk van Sevilla vind men in Calle Pureza. Deze gotische-mudéjar kerk Iglesia Santa Ana stamt uit 1280 en werd onder bevel van koning Alfonso X gebouwd. Na de aardbeving van 1755 werd deze gedeeltelijk herbouwd. De kerk wordt ook wel gezien als de kathedraal van Triana.
· In Calle San Jacinto staat het huis 'Casa de los Mensaque', uit 1900. Gemaakt door één van de bekende keramiekschilders uit die tijd.
· Een wandeling langs Paseo de Nuestra Señora de la O, dat pal naast de rivier loopt en waar men kan vissen en pootjebaden. Bereikbaar via Calle Castilla.
· El Cachorro is een multifunctioneel centrum waar men tijdens het nuttigen van de lunch of borrelhap cultuur kan proeven. Er worden theatervoorstellingen, muziekuitvoeringen, monologen en exposities georganiseerd. Er is ook een terras om buiten te zitten. Verwacht geen perfect schema, hier kan van alles. (maandag tot en met vrijdag vanaf 16.30, weekend afhankelijk van programma.) Calle Procurador, 19. Entree gratis.
Leuk weetje:
In het jaar 287 leefden Justa en Rufina en zij werden heilig verklaard en werden de beschermvrouwen van Triana en Sevilla. Je ziet Santa Justa en Rufina op vele schilderijen met de Giralda afgebeeld. De legende gaat dat beide jonge dames aan het werk waren in de keramiekfabriek toen er een luidruchtige processie werd gehouden voor de godin Salambó. Zowel Justa als Rufina wilden het beeld niet aanbidden en er ontstond tumult, waarna het beeld van de godin op de grond in stukken viel. Justa en Rufina werden gevangen genomen en Justa werd omgebracht; Rufina overleed in haar gevangeniscel door honger en slechte behandeling.